Jezus antwoordde: “IK BEN dat echte brood dat levend maakt. Iedereen die bij Mij komt, zal nooit meer honger hebben. En iedereen die in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (Johannes 6:35) Jezus zei: Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij Mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in Mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben.

Mensen eten brood om de honger te stillen en hun lichaam te laten functioneren. We kunnen geestelijke honger alleen stillen – en daardoor een geestelijk leven op gang houden – als we een juiste relatie met Jezus Christus hebben. Het is dan ook niet vreemd dat Hij Zichzelf ‘het brood dat leven geeft’ noemde. Maar brood moet gegeten worden om leven te kunnen geven en Christus moet in ons dagelijks leven uitgenodigd worden om ons geestelijk leven te geven.